Ardipithecus Ramidus

Het jaar 1995 werd een druk jaar voor de paleoantropologen, er werden dat jaar twee nieuwe soorten ontdekt. In Ethiopië vond Tim White, al jarenlang werkzaam in Johansons team, dat jaar de overblijfselen van een 4,3 miljoen jaar oude hominide. Tim creëerde een nieuwe soort, Ramidus, in het geslacht Australopithecus, maar zag later genoeg verschil met de andere Australopithecen om ze in een nieuw geslacht te plaatsen: Ardipithecus oftewel grond(mens)aap. Er is nog steeds weinig bekend van Ardipithecus, sommige experts vragen zich zelfs af of het wel een hominide is...

Op amper 75 kilometer van de plaats waar Lucy lag, vond Tim White een reeks fossielfragmenten, vooral tanden en kiezen. Het gebit vertoont volgens hem een mozaïek van chimpansee en menselijke kenmerken. Simpel gezegd zijn de kiezen nog echt van een aap, terwijl de hoektanden al iets menselijker worden. Maar wat het wezen zo spannend maakt, is zijn ouderdom: 4,4 miljoen jaar, misschien maar een half miljoen jaar jonger dan het laatste gezamenlijke familielid van aap en mens...

Natuurlijk zijn velen het daar niet mee eens. De kritiek luidt onder meer dat White niet kan weten of hij een vroege mensachtige, of wellicht een vroege chimpansee had gevonden. Het is immers haast niet vast te stellen welke anatomische kenmerken de laatste gemeenschappelijke voorouder van aap en mens had. Wat hebben we van hem geërfd? Wat is er later uitsluitend in de menselijke evolutielijn ontstaan? Grote hersenen, dat is zeker, maar die kwamen pas erg laat.

  White houdt het op tweebenigheid, volgens hem is dat de eigenschap die de eerste mensachtigen zich eigen maakte. Wat dat betreft heeft zijn onderzoeksgroep nog meer verrassingen in petto, want in 1993 werd er ongeveer een half skelet gevonden van een soortgenoot van het 4,4 miljoen jaar oude wezen. De botjes (waaronder een heupbeen, dijbeen, enkel en voetbeentjes) verkeren alleen in zo'n slechte staat, dat ze met veel omzichtigheid geprepareerd moeten worden. Dat moet eerst gebeuren voordat er over gepubliceerd kan worden. In het tijdschrift Science noemde White begin 2002 de vondst wel alvast “de steen van Rosetta die ons zal vertellen hoe onze voorouders op twee benen gingen lopen”. Dat wezen zal dan inderdaad iets bijzonders moeten zijn, want hij dreigt nu al te worden overvleugeld door drie nieuwe ontdekkingen, allemaal gedaan in het nieuwe millennium. Die drie zijn hard bezig een revolutie in de paleo-antropologie te ontketenen.

De Ardipithecus Ramidus was waarschijnlijk een van de vele Hominidae die toen leefde in Oost-Afrika. Deze soort liep niet rechtop. Vermoedelijk stamde hij af van de Sahelanthropus Tchadensis. Van de Ardipithecus zijn twee soorten bekend: de Ardipithecus Ramidus kadabba en de 1,5 miljoen later levende Ardipithecus Ramidus Ramidus. Resten van de Ardipithecus Ramidus zijn gevonden in de Awash-vallei in Ethiopië (5,6 miljoen jaar oud). Ardipethecus Ramidus heeft als kenmerk een gebit met dun glazuur, een eigenschap die mogelijk van de Gorillidae afstamt. Deze soort kan daarom volgens sommige onderzoekers niet worden gezien als de voorouder van de mens.

  De Ardipithecus Ramidus Ramidus, die 4,5 miljoen jaar geleden leefde, stamde vermoedelijk af van een nog oudere mensachtige: de Ardipithecus Ramidus kadabba.

Van deze soort werden tussen 1997 en 2000 in de Midden-Awash-vallei in Ethopië enkele tanden gevonden. De Ardipithecus Ramidus kadabba leefde tussen de 5,54 en 5,77 miljoen jaar geleden. In die tijd was de mens nog maar een paar honderdduizend jaar van de aap afgesplitst. De aapachtige kenmerken van de tandfossielen waren voldoende reden om de Ardipithecus kadabba als nieuwe hominide te introduceren: "De hoektand heeft meer de vorm van een snijtand, en vertoont slijtage die typerend is voor apen."